Mensen hebben altijd een paradoxale verhouding met wolven onderhouden. De wolf, kameraad in de oertijd en stamvader van alle honden, ontwikkelde zich na de oudheid tot de duivel in persoon. Eeuwenlang is hij met alle middelen bestreden – tot er, recent, een kentering kwam. Steeds meer mensen noemen hem nu ‘de kroon op het moderne natuurbeleid’.
De kinderen van de nacht, over wolven en mensen is het verslag van een zoektocht naar de wilde wolf, naar de wolf van Roodkapje, én naar de wolf in de mens – met onverwacht resultaat. Behalve een zinnebeeld van wreedheid en vraatzucht blijkt de wolf het symbool van mystieke krachten en seksuele oerdriften; een dier dat naast angst ook bewondering en genegenheid oproept.
Uitgever: Querido
Bekroond met de Jan Wolkers Prijs voor het beste Nederlandse natuurboek van 2017.
‘Dik van der Meulen schrijft zoals een wolf loopt: verend, behendig, effectief.’ de Volkskrant